Skip to main content

Samenhang met beleid van andere overheden

Onze gemeentelijke Omgevingsvisie staat niet op zichzelf. Het Rijk heeft de NOVI (Nationale OmgevingsVIsie), de provincie Drenthe heeft haar Provinciale Omgevingsvisie en de waterschappen maken een BOVI (Blauwe OmgevingsVIsie). In het navolgende leggen we uit hoe onze ambities aansluiten bij de ambities uit de visies van het Rijk, de provincie en de waterschappen.

NOVI: Omgevingsvisie Rijk

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI geeft weer voor welke uitdagingen Nederland staat, wat daarbij de nationale belangen zijn, welke keuzes daarbij horen en welke richting wordt meegegeven aan andere overheden.

Afwegingsprincipes

Het Rijk hanteert 3 afwegingsprincipes voor het maken van ruimtelijke keuzes. Deze 3 principes hebben ook een plek onze Omgevingsvisie.

  1. Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies
  2. Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal
  3. Afwentelen wordt voorkomen

De belangrijkste keuzes

De belangrijkste keuzes in de NOVI zijn ook in onze Omgevingsvisie vertaald.

Een klimaatbestendige inrichting van Nederland.

Dat betekent dat we Nederland zo inrichten dat ons land de klimaatveranderingen aankan. Daarvoor is nodig dat we functies meer in evenwicht met natuurlijke systemen (bodem en water) inpassen.

Een klimaatadaptieve inrichting van zowel onze dorpen als het landelijk gebied zit verweven in alle gebiedskompassen. Duurzaam in alles is niet voor niets een van onze hoofdambities.

De verandering van de energievoorziening.

Wij hebben een belangrijke stap gezet in de omschakeling naar hernieuwbare energie. Met grote wind- en zonneparken. De inzet richt zich nu op kleinschalig, samen en inpasbaar.

De overgang naar een circulaire economie

Circulair ondernemen is een van de aspecten op basis waarvan wij ondernemerschap en –plannen beoordelen. Het is een cruciaal onderdeel voor toekomstbestendige en duurzame vormen van productie en producten.

Concentreren van logistieke functies

Dit is voor ons minder van belang. We hebben geen logistieke bedrijventerreinen met veel transportbewegingen. In BOCE-verband vinden we dit in Emmen en Coevorden.

Toekomstbestendig landelijk gebied

Dit komt tot uitdrukking in onze ambitie Vitaal landelijk gebied en het bijbehorende programma.

Omgevingsvisie provincie

Het ruimtelijke beleid van de provincie is vastgelegd in de Provinciale Omgevingsvisie en bijbehorende Omgevingsverordening. Hierbij gaat het om gemeente-overstijgende belangen. Net als de gemeente werkt de provincie vanuit waarden en kwaliteiten: voor beide zijn de unieke waarden leidend voor ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. De Omgevingsvisie Drenthe heeft als missie: ‘het waarderen van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe passend bij deze kernkwaliteiten’. In de periode van 2018 tot 2030 ziet de provincie twee grote integrale opgaven:

1. adaptie

  • aan de gevolgen van klimaatverandering,
  • aan de transitie naar een duurzame energievoorziening en
  • voor het behoud van biodiversiteit.

2. De economische structuur:

  • het versterken van een uitnodigend en aantrekkelijk vestigingsklimaat.

Dit sluit uitstekend aan op de ambities en koers uit onze Omgevingsvisie

De provinciale Omgevingsverordening bevat vervolgens de regels ter uitwerking van de provinciale Omgevingsvisie. Deze regels hebben een verplichte doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen en omgevingsplannen. De gemeentelijke Omgevingsvisie heeft deze verplichting niet.

Relatie met het beleid van de waterschappen

In de gemeente Borger-Odoorn zijn de waterschappen Hunze en Aa’s en Vechtstromen actief. De ambities van de waterschappen zien op veilig wonen met water, voldoende en schoon water voor inwoners, boeren en bedrijven in de stad en de natuur. Daarnaast willen de waterschappen bijdragen aan de energietransitie en de circulaire economie. Dit sluit aan bij de ambities en opgaven die zijn geformuleerd in de Omgevingsvisie van Borger Odoorn.

Samenhang met de Wet voorkeursrecht

De gemeente kan een voorkeursrecht vestigen op gronden van anderen. Dat betekent dat de gemeente deze grond als eerste mag aankopen. Hiermee kan de gemeente ervoor zorgen dat bepaalde gronden een functie krijgen die de gemeente voor ogen heeft. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het mogelijk maken van woningbouw op nu nog agrarische grond.

Onze Omgevingsvisie wijst geen concrete locaties aan voor een functieverandering. Mochten we als gemeente een voorkeursrecht willen vestigen, maken we dat concreet in een programma, een onderbouwd plan of laten we dat blijken uit het Omgevingsplan.

Financiën

We gaan ervan uit dat het budget dat nodig is voor activiteiten die voortvloeien uit deze visie per project of programma wordt uitgewerkt. We realiseren ons ook dat de beschikbare financiën sturend zullen zijn of en in welk tempo we onze ambities kunnen realiseren. We maken ons sterk voor het koppelen en verbinden van geldstromen aan de realisatie van onze ambities. Een inbedding van onze eigen projecten in deze grotere structuren helpt ons om de financiering van onze ambities beter mogelijk te maken. Bovendien is de visie bruikbaar als onderbouwing in subsidie- en cofinancieringstrajecten.

In onze Omgevingsvisie geven we ruimte voor de realisatie van projecten door een ieder die zich betrokken voelt. We werken graag samen. Over een eventuele financiële deelname aan een project door de gemeente overleggen en beslissen we aan de hand van zaken als inhoud, urgentie en samenwerkingsverband.

Hoe wij omgaan met verplichte kosten bij ontwikkelingen

De gemeente is verplicht om kosten voor werkzaamheden of maatregelen waar initiatiefnemers van profiteren bij die initiatiefnemers in rekening te brengen. Dit geldt onder de Wet ruimtelijke ordening maar ook onder de Omgevingswet.

Als de gemeente eigenaar is van grond waarop wordt gebouwd is dat gemakkelijk. We berekenen de gemaakte kosten door in de verkoopprijs van de kavels. Als de gemeente geen eigenaar is van de grond kunnen we vooraf een overeenkomst met de eigenaar sluiten. In deze overeenkomst staat welke kosten in rekening worden gebracht. Als het niet mogelijk is om vooraf afspraken te maken moet de gemeente op een andere manier kosten verhalen. Dit kan in het omgevingsplan (de vervanger van het bestemmingsplan) of in een omgevingsvergunning.

In de Omgevingswet geldt het volgende.

1. De gemeente kijkt eerst of vooraf een overeenkomst kan worden afgesloten met de initiatiefnemer

Dit doen we nu al en geldt onder de Omgevingswet ook. In de Omgevingswet zijn de activiteiten omschreven waarbij het verhalen van kosten verplicht is. Ook geeft de Omgevingswet aan welke soort kosten verhaald worden.

2. De gemeente regelt het via een Omgevingsplan of omgevingsvergunning als ‘stok achter de deur’

Als vooraf geen overeenkomst kan worden afgesloten, verhaalt de gemeente de kosten via het omgevingsplan of de omgevingsvergunning. Dit laatste geldt voor plannen die niet in het omgevingsplan passen. Het daadwerkelijk innen van de kosten vindt plaats via een concreet besluit. In juridische bewoording heet dit een beschikking bestuursrechtelijke geldschuld. In de Omgevingswet bestaan twee mogelijkheden voor het verhalen van kosten als dat niet kan door een overeenkomst vooraf:

  • voor een concrete gebiedsontwikkeling met tijdvak kan in een omgevingsplan of omgevingsvergunning het verhalen van kosten worden geregeld; en
  • voor organische gebiedsontwikkeling zonder tijdvak kan in het omgevingsplan het verhalen van kosten worden geregeld.

De keuze voor een systeem is afhankelijk van het type gebiedsontwikkeling en is afhankelijk van het ‘tijdvak’.

Hoe wij omgaan met een (niet-verplichte) financiële bijdrage aan ontwikkelingen van een gebied

Naast het hiervoor genoemde verplicht verhalen van kosten, zijn er in de Omgevingswet ook mogelijkheden om een financiële bijdrage te vragen bij ontwikkelingen in een gebied dat niet het te ontwikkelen gebied zelf is (artikel 13.22 van de Omgevingswet). Het gaat hier om bijdragen aan bijvoorbeeld de aanleg van een park of een weg, waar toekomstige gebruikers van het te ontwikkelen gebied ook voordeel van hebben. Het vragen van een financiële bijdrage kan via een vooraf af te sluiten contract. Onder de Wet ruimtelijke ordening werd dit een bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen genoemd. Het vragen van een financiële bijdrage is mogelijk als er een functionele samenhang is tussen de activiteit en het doel waarvoor een financiële bijdrage wordt gevraagd. Bijkomende voorwaarde is dat de financiële bijdrage is geregeld in een Omgevingsvisie of een programma onder de Omgevingswet.

Bovenplanse verevening

Door bovenplanse verevening ontstaat de mogelijkheid om tekorten op de ene locatie te verrekenen met overschotten op een andere locatie. Het is daarbij wel verplicht een fonds in te stellen (of gebruik te maken van bestaande fondsen). Zonder een Omgevingsvisie is kostenverhaal van bovenplanse kosten niet mogelijk. In deze Omgevingsvisie is het nog niet mogelijk om bovenplanse verevening toe te passen omdat de visie daarvoor te abstract is en daarvoor geen basis biedt. Als dit verder wordt uitgewerkt, dan zal de Omgevingsvisie op dit punt worden aangevuld.

Financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen

Wanneer een grondeigenaar de gemeente vraagt om de functie van zijn grond te wijzigen, dan mag de gemeente haar medewerking afhankelijk stellen van de mate waarin deze eigenaar bereid is een bijdrage te leveren aan de kosten voor ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld, waterberging, natuur en recreatie, de opwek van hernieuwbare energie en investeringen in het landschap.

 

Deze investeringen hebben een positieve uitwerking op de waarde van het bestaande, maar ook op de marktwaarde van nieuw onroerend goed. De gemeente vindt het daarom gerechtvaardigd om bij het sluiten van een anterieure overeenkomst over de exploitatie van gronden, ook een financiële bijdrage te vragen voor deze gemeentelijke investeringen.