Skip to main content

De dorpen in de leefgebieden

Sociale samenhang en dorpsnetwerken

Onze dorpen en hun inwoners. We spraken ze bij het maken van deze Omgevingsvisie. In bijna alle gevallen troffen we trotse inwoners. Trots op de gemeente als geheel maar zeker ook trots op hun dorp. Soms sterke zelfstandige dorpsgemeenschappen die veel zelf kunnen en van de gemeente af en toe hulp of steun vragen. Soms wat minder sterk of zelfstandig maar aangewezen op buurdorpen of voorzieningen elders. Overal was het geluid wel vergelijkbaar. We hoeven niet alles overal. Samen hebben we veel en kunnen we veel.

Wij willen als gemeente onderdeel zijn van dit netwerk en deze samenwerking. De stap van gemeente naar gemeenschap als principe voor ons handelen wordt daarin concreet. Niet om alles te bepalen maar om mee te doen, te helpen duwen of trekken. Soms als initiatiefnemer vaak ook als bij een initiatief uit de samenleving.

De al eerder gemaakte indeling naar leefgebieden sluit hier goed op aan. Deze sociale indeling is aanvullend op de hiervoor beschreven indeling op basis van landschap en ontstaansgeschiedenis. Het is in feite een indeling op basis van sociale samenhang en gericht op het in stand houden van leefbaarheid en voorzieningen. Het is de basis voor het gebiedsgericht werken. Een manier van werken waarbij niet het onderwerp maar het gebied en

de inwoners centraal staan. Het biedt ook de mogelijkheid om deze Omgevingsvisie te betrekken bij de toekomst van de dorpen. Om die stap te kunnen maken beschrijven we de dorpen in de samenhang van de leefgebieden. We gebruikten hiervoor de inbreng uit de gesprekken die we voerden en de kennis van alles wat al loopt. Het is een momentopname. En een mooi begin voor verdere plannen in de dorpen.

De dorpen; ieder voor zich en samen

We tekenden de informatie uit de gesprekken op. Om het vast te houden. Een korte kenschets met bijzonderheden is opgenomen in de bijlage ‘dorpen per leefgebied. Specifieke meegegeven aandachtspunten zijn onder de aandacht gebracht van de gebiedsregisseurs.

Naast de specifieke opmerkingen per kern is er ook een aantal rode draden:

  • Behoud wat van waarde en mooi is. Zorg dat je dat niet op het spel zet. Het is de kwaliteit waar bewoners trots op zijn en bezoekers voor komen. Ruimte is schaars ook als je er veel van denkt te hebben.
  • Betaalbare woningen voor alle doelgroepen. Jonge mensen, doorstromers en ouderen. Wees creatief in het zoeken van oplossingen. Zorg wel dat de groei in woningen past bij de kwaliteit van het gebied en de dorpen. Het moet goed.
  • Blij met toeristen en bezoekers maar heb ook oog voor de nadelen en de druk die dat op sommige plaatsen oplevert.
  • Parkeren en verkeersveiligheid zijn vaak aandachtspunten.
  • Duurzaamheid is goed maar het moet met ons en ook voor ons. We willen niet alleen de lasten.

Van de gemeente vragen ze een duidelijke communicatie. Stimuleren en faciliteren van plannen uit de dorpen. Ze kunnen en willen veel zelf maar soms is het best krap met vrijwilligers, kennis of geld. Zou mooi zijn als de gemeente dan bijspringt. Soms zou de gemeente wat meer risico mogen nemen en lef tonen; ja, mits in plaats van nee tenzij’.

De rode draden zijn belangrijke voeding geweest voor deze visie, de ambities en de gebiedskompassen. Samen met de specifieke kenmerken en aandachtspunten per dorp vormen ze een gedeelde basis. Het gebiedsgerichte werken waarbij het gebied en de mensen centraal staan blijft en krijgt verder vorm. De opstap naar verdere uitwerkingen van deze visie in de dorpen.