Skip to main content

Verschillende onderdelen van milieukwaliteit

Onze milieukwaliteit wordt bepaald door verschillende onderdelen:

  • geluid;
  • geur;
  • licht;
  • trillingen;
  • luchtkwaliteit;
  • omgevingsveiligheid;
  • bodem, ondergrond en (hoogte-)ligging;

Geluid

Soms gaan plannen samen met meer geluid. Bijvoorbeeld omdat er meer verkeer komt. We wegen steeds af wat acceptabel is. Want we willen dat ontwikkelingen mogelijk blijven, maar ook dat inwoners niet te veel hinder ondervinden.

In deze afweging betrekken we de plek van de ontwikkeling. In woonwijken en bij scholen willen we weinig geluidshinder. Op bedrijventerreinen en in dorpscentra accepteren we meer lawaai. Ook bij evenementen staan we tijdelijk meer geluid toe.

Geur

Borger-Odoorn is een landelijke gemeente waar geurhinder vaak is gekoppeld aan de veehouderij. In de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) staan landelijk geldende afstanden en normen voor geurhinder van veehouderijen. De gemeente heeft binnen deze wet de mogelijkheid om andere geurnormen en afstanden vast te stellen.

Op dit moment hanteren we de wettelijke normen. Bij de ontwikkeling van het Omgevingsplan bekijken we of we aangepaste normen willen en moeten hanteren. We willen op dit moment naast alle discussies in het landelijk gebied geen extra belemmeringen opwerpen.

Licht

Ons vertrekpunt is dat plannen geen overbodige lichtuitstraling mogen meebrengen. Daar houden we aan vast. We onderzoeken of we in natuurgebieden en/of cultuurhistorisch waardevolle gebieden andere normen willen opnemen in het Omgevingsplan om de donkerte daar te kunnen waarborgen.

Trillingen

Overlast van trillingen is vaak aan de orde bij verkeer over bruggen en soms bij tijdelijke werkzaamheden. Wij volgen hiervoor de landelijke regels.

Luchtkwaliteit

Wij zijn geen verstedelijkte gemeente. De luchtkwaliteit is hier vaak goed. Vooral het verkeer heeft invloed op de luchtkwaliteit in onze gemeente. Of de vervuilde lucht komt  van elders uit bijvoorbeeld het Ruhrgebied.

We zetten vanuit ons duurzaamheidsbeleid in op andere vormen van vervoer. Dat zal een positieve bijdrage hebben op de luchtkwaliteit. Voor luchtkwaliteit hanteren we de wettelijke waarden. Bij de ontwikkeling van het omgevingsplan bepalen we in hoeverre we de WHO-advieswaarden al dan niet gebiedsgericht van toepassing kunnen laten zijn.

Omgevingsveiligheid

Omgevingsveiligheid gaat over het inschatten van risico’s van bijvoorbeeld het vervoer of de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook straalpaden, hoogspanningsleidingen en gasleidingen brengen veiligheidsrisico’s met zich mee.

Op dit moment voldoen we aan alle eisen op dit vlak. Dat willen we zo houden. Bij nieuwe plannen gebruiken we de volgende uitgangspunten: 

  • We kiezen voor een hogere bescherming tegen risico’s in woongebieden, dorpskernen en bij verblijfsrecreatie.
  • We accepteren een lager niveau van bescherming op bedrijventerreinen.
  • Binnen een aandachtsgebied voor veiligheidsrisico’s (brand, explosies, gif) zullen we in principe geen functies toestaan die kwetsbaar zijn bij calamiteiten, zoals een kinderdagverblijf of zorgcentrum. Het gaat om functies waar grote groepen mensen aanwezig zijn die zich niet zelfstandig in veiligheid kunnen brengen.
  • Voor nieuwe risicovolle activiteiten zoeken we passende ruimte buiten een aandachtsgebied voor veiligheidsrisico’s.
  • Bij ontwikkelingen rond de energietransitie houden we aandacht voor mogelijke veiligheidsrisico’s.
  • Bij plannen en ontwikkelingen met een veiligheidsaspect betrekken we de Veiligheidsregio vroegtijdig voor overleg en advies.

Bodem en water

Onlangs stuurde het rijk de beleidsbrief ‘water en bodem’ naar de Tweede Kamer. Water en bodem als basis van ons bestaan en daarmee van groot belang voor iedereen. Zo begint de brief. Het maakt dat het belang van bodem en water een belangrijke randvoorwaarde is bij besluiten over de inrichting van Nederland. Dit met toepassing van een aantal uitgangspunten:

Niet afwentelen

Niet op toekomstige generaties, niet op andere gebieden en niet van privaat naar publiek.

Meer rekening houden met extremen

Hitte en droogte afgewisseld met extreme regenval noodzaken tot een beleid dat rekening houdt met extremen.

In samenhang omgaan met wateroverlast, droogte en bodem

Niet langer zo snel mogelijk afvoeren naar zee in tijden dat er veel neerslag is. In tijden van droogte telt elke gevallen druppel. Van vergiet naar een spons.

Meerlaagsveiligheid

Meer dan alleen aanleggen van dijken en keringen (eerste laag) maar ook de inrichting van beekdalen (tweede laag) en crisisbeheersing (derde laag).

Minder afdekken, minder vergraven en niet verontreinigen.

Dit maakt het mogelijk de natuurlijke kracht van de bodem beter te benutten.

Integrale aanpak in de leefomgeving

Water en bodem hangen onderling samen maar zeker ook met andere ontwikkelingen. Klimaatadaptatie, waterkwaliteit en bodem kunnen niet los gezien worden van woningbouw, landbouw en energievoorziening.

Pas toe of leg uit

Doelen die voortkomen uit Europese verplichtingen vragen om een onontkoombare en juridische basis. Voor de Kaderrichtlijn water geldt daarbij ook een termijn van uiterlijk 2027. Daarna is de uitzonderingsgrond van ‘haalbaar en betaalbaar’ moeilijk te motiveren.

In lijn met deze beleidsbrief zal de gemeente Borger Odoorn het belang van bodem en water centraal stellen in de keuzes rond toekomstige ontwikkeling en gebruik van gronden. Dit vraagt een goede samenwerking met collega-overheden. Samen met de Waterschappen Vechtstromen en Hunze en Aa’s en de provincie Drenthe (als bevoegd gezag voor drinkwaterwinning) zorgen we dat onze waterhuishouding op orde is, in normale tijden, maar ook in perioden van droogte of juist veel neerslag.

Verschillende ambities, bijvoorbeeld rond klimaatadaptatie, woningbouw of het gebruik van bodemwarmte, kunnen gevolgen hebben voor de bodem. Wij vinden het belangrijk dat we op een slimme, duurzame manier gebruik maken van onze bodem. Want onze bodem is ook belangrijk voor het ecosysteem en de biodiversiteit, de boeren en ons voedsel.

We beschermen de bodemwaarden waar dat nodig is. In elk geval rond het waterwingebied bij Klijndijk, het grondwaterbeschermingsgebied bij Drouwen alsmede het uitgestrekte zeer kwetsbare inzijg- en wingebied Valtherbosch-Emmen aan de zuidkant van onze gemeente.

Het omliggende grondwaterbeschermingsgebied is belangrijk voor ons drinkwater; hier gelden de kaders die de provincie stelt. We gebruiken de wettelijke kaders. Daarenboven willen we meer passend grondgebruik in deze grote kwetsbare wingebieden bevorderen, waar mogelijk als nevenverdienste van de grondgebonden landbouw – dit ligt echter niet in de invloedssfeer van de gemeente.

Rond onze huidige watertaken is in onderstaande driedeling in ieder geval ons houvast.

  1. Het verzamelen en afvoeren van ons afvalwater We maken bij nieuwe plannen gebruik van duurzame systemen voor afvalwater. En we zorgen dat ons bestaande rioolstelsel (riolen, rioolgemalen) op orde is. 
  1. Het vasthouden van regenwater Waar dat kan koppelen we het regenwater af. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer kunnen benutten. We kiezen voor het vasthouden van het regenwater op de plek waar het valt. Dat is uitgangspunt voor de inrichting van ons openbaar gebied. Daarnaast zorgen we voor plekken waar we het water tijdelijk kunnen bergen (een wadi bijvoorbeeld). Als laatste stap voeren we het regenwater af naar sloten en vijvers. Alle plannen moeten ook een watertoets doorstaan. Deze toets moet laten zien dat een plan geen negatieve gevolgen heeft voor ons watersysteem. 
  2. Maatregelen als er structurele problemen zijn met grondwaterstanden Grondeigenaren zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor problemen met het grondwater. Wij springen bij als er maatregelen nodig zijn in het openbaar gebied.

Stikstof

De discussies over stikstof gaan een volgende fase in. Daarbij is 2023 het overgangs- of transitiejaar. Het is ook ons belang de impasse rond stikstof doorbreken. Het kabinet wil op de impasse rond stikstof doorbreken. En ruimte maken voor natuurherstel, het legaliseren van zogenaamde PAS-melders en ruimte bieden voor economische ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de agrarische sector als voor de industrie. Zoals eerder gezegd ligt de regie voor de volgende stap bij de provincie. . Als gemeente zullen we onze rol nemen in de gesprekken. Het gebiedsproces van de provincie komt eerst. Daarna gaan we zelf ook aan de slag in gebieden waar de uitdagingen in het landelijk gebied het grootst zijn. Wij staan als gemeente voor de landschappelijke waarde en in dat licht de kwaliteit van de oplossingen. Zoals gezegd zonder dat we alle sleutels in handen hebben. Veel van de randvoorwaarden worden voor ons bepaald.  

Bescherming van de radioastronomie

De ontwikkeling van de radioastronomie en het voorkomen van verstoring zijn van belang voor Nederland. Om elektromagnetische storing op de radiotelescopen te voorkomen, nemen we de belangen van het Nederlands Instituut voor Radioastronomie, ASTRON, mee bij plannen in onze gemeente, waaronder plannen in het kader van de energietransitie.